Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 28:33-52 BasisBijbel (BB)

33. Er zal een ver volk komen en de oogst opeten waar jullie zo hard voor hadden gewerkt. Jullie zullen aldoor onderdrukt en vertrapt worden.

34. Jullie zullen gek worden van alle ellende die jullie meemaken.

35. De Heer zal jullie straffen met akelige zweren op je knieën en je benen, die niet willen genezen. Van top tot teen zullen jullie ziek worden.

36. De Heer zal jullie hele volk, met de koning die jullie hebben gekozen, naar een ver volk brengen. Daar zullen jullie andere goden aanbidden en dienen, goden van hout en steen.

37. Iedereen zal geschokt zijn over wat er allemaal met jullie gebeurt. De volken waarheen de Heer jullie zal brengen, zullen jullie als spreekwoord gebruiken en jullie uitlachen.

38. Jullie zullen veel zaad in de akkers zaaien, maar weinig oogsten. Want de sprinkhanen zullen de oogst opvreten.

39. Jullie zullen wijngaarden planten en bewerken, maar geen wijn drinken of druiven plukken. Want de wormen zullen alles kaalvreten.

40. Jullie zullen in het hele land olijfbomen hebben, maar jullie zullen je niet met olie zalven. Want de olijven zullen afvallen.

41. Jullie zullen zonen en dochters krijgen, maar niet van hen genieten. Want ze zullen als buit meegenomen worden.

42. Alle bomen en akkers zullen door ongedierte worden kaalgevreten.

43. De vreemdelingen die bij jullie wonen, zullen steeds machtiger worden dan jullie, terwijl er van jullie niets overblijft.

44. Zij zullen aan jullie uitlenen, maar jullie niet aan hen. Zij zullen de leiding hebben, zoals een hoofd, en jullie zullen achteraan komen, zoals een staart.

45. Als jullie niet luisteren naar de Heer God en jullie je niet aan de wetten en leefregels houden die Hij jullie heeft gegeven, zullen al deze vervloekingen over jullie komen. Ze zullen jullie achtervolgen, totdat jullie helemaal zijn vernietigd.

46. Al die rampen zullen voor altijd een bewijs zijn voor jullie en voor jullie familie ná jullie [ dat jullie God verlaten hebben ].

47. Want toen het goed met jullie ging, wilden jullie je Heer God niet met blijdschap dienen.

48. Daarom zullen jullie de vijanden dienen die de Heer op jullie af zal sturen. Jullie zullen honger en dorst hebben, gebrek aan kleren en gebrek aan alles. Hij zal jullie zwaar onderdrukken, totdat Hij jullie heeft vernietigd.

49. De Heer zal een ver volk waarvan jullie de taal niet verstaan op jullie afsturen. Het zal jullie aanvallen als een neerduikende arend.

50. Het zal een wreed volk zijn dat geen genade heeft met oude mensen en kinderen.

51. Het zal jullie oogsten en jullie vee opeten. Het zal geen graan, wijn, olijf-olie of vee voor jullie overlaten. Het zal jullie vernietigen.

52. Dat volk zal al jullie steden omsingelen en aanvallen, totdat de hoge en sterke muren waarop jullie vertrouwden, gevallen zullen zijn. Alle steden in het hele land zullen door dat volk omsingeld worden.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 28