Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 28:31-36 BasisBijbel (BB)

31. Je koe zal voor je ogen geslacht worden, maar je zal er niet van eten. Je ezel zal gestolen worden waar je bij staat en niet bij je terugkomen. Jullie schapen en geiten zullen door je vijanden worden meegenomen, zonder dat iemand jullie te hulp komt.

32. Jullie zullen zien hoe jullie zonen en dochters door een ander volk als buit worden meegenomen. Jullie zullen ziek zijn van verdriet over hen, maar niets kunnen doen om hen terug te krijgen.

33. Er zal een ver volk komen en de oogst opeten waar jullie zo hard voor hadden gewerkt. Jullie zullen aldoor onderdrukt en vertrapt worden.

34. Jullie zullen gek worden van alle ellende die jullie meemaken.

35. De Heer zal jullie straffen met akelige zweren op je knieën en je benen, die niet willen genezen. Van top tot teen zullen jullie ziek worden.

36. De Heer zal jullie hele volk, met de koning die jullie hebben gekozen, naar een ver volk brengen. Daar zullen jullie andere goden aanbidden en dienen, goden van hout en steen.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 28