Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 21:1-4 BasisBijbel (BB)

1. Stel dat jullie in het land dat de Heer God jullie gaat geven, in het open veld iemand zien liggen die is vermoord, en jullie niet weten wie hem heeft gedood.

2. Dan moeten de leiders en rechters erheen gaan en de afstand meten van de vermoorde man naar de steden in de buurt.

3. De leiders van de stad die het dichtst bij de vermoorde man is, moeten een jonge koe nemen waarmee nog nooit is gewerkt. Dus een koe die nog nooit met een juk een ploeg heeft getrokken.

4. Ze moeten met die koe naar een dal gaan waar de grond niet wordt bewerkt en waar nog nooit is gezaaid. In dat dal moeten ze de koe de nek breken.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 21