Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 2:32-37 BasisBijbel (BB)

32. Koning Sihon kwam ons met zijn hele leger tegemoet. Bij Jahaz viel hij ons aan.

33. Maar onze Heer God zorgde ervoor dat we hem, zijn zonen en zijn hele leger konden verslaan.

34. We veroverden en verwoestten al zijn steden. We doodden alle mannen, vrouwen en kinderen. We lieten niemand in leven.

35. Alleen het vee en alle spullen uit de steden die we hadden veroverd, namen we mee als buit.

36. We veroverden alle steden vanaf de stad Aroër langs de oever van de Arnon, tot aan Gilead. De Heer God gaf ze allemaal aan ons.

37. Alleen het gebied van de Ammonieten veroverden we niet. Het dal waar de Jabbok stroomt en de grote steden in de bergen veroverden we niet. Want onze Heer God verbood ons om daarheen te gaan.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 2