Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 15:15-20 BasisBijbel (BB)

15. Vergeet niet dat je zelf een slaaf bent geweest in Egypte en dat de Heer God je heeft bevrijd. Daarom beveel ik jullie dit.

16. Maar stel dat die slaaf tegen je zegt: 'Ik wil niet bij je vertrekken,' omdat hij van jou en je gezin is gaan houden omdat hij het goed bij je heeft.

17. Dan moet je een grote spijker nemen en die door zijn oor in de deur slaan. Dan zal hij voor altijd je slaaf blijven. Hetzelfde moet je doen met een slavin die wil blijven.

18. Je moet het niet erg vinden om een slaaf weg te laten gaan, want dankzij hem heb je zes jaar lang geen knecht hoeven betalen.Houd je aan deze regels. Dan zal de Heer God goed voor je zijn bij alles wat je doet.

19. Alle eerstgeboren mannetjes-dieren van jullie koeien, schapen en geiten zijn voor jullie Heer God. Jullie mogen dus niet met een eerstgeboren dier op het land werken of de wol ervan gebruiken.

20. Maar jullie moeten ze elk jaar voor jullie Heer God slachten in de plaats die de Heer zal uitkiezen. Je moet er samen met je gezin een feestmaaltijd van houden.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 15