Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 14:1-5 BasisBijbel (BB)

1. Jullie zijn kinderen van jullie Heer God. Daarom mogen jullie je niet in je lichaam snijden als er iemand is gestorven. Scheer ook niet je hoofd kaal als teken van verdriet over een dode.

2. Want jullie zijn van je Heer God. Hij heeft jullie uit alle andere volken uitgekozen om zijn eigen volk te zijn.

3. Eet niets wat de Heer walgelijk vindt.

4. Dit zijn de dieren die jullie mogen eten: koeien, schapen, geiten,

5. herten, reeën, antilopen, steenbokken, dassen, wilde buffels en gemzen.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 14