Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 12:18-25 BasisBijbel (BB)

18. Die moeten jullie eten bij je Heer God, in de plaats die Hij zal uitkiezen. Jullie moeten die eten met jullie dochters, zonen, knechten en slavinnen, en met de Levieten die in jullie steden wonen. Vier feest bij je Heer God en wees blij over alles wat jullie hebben gedaan.

19. Denk erom dat jullie, als jullie eenmaal in het land wonen, de Levieten nooit aan hun lot overlaten.

20. Jullie Heer God zal jullie gebied nog veel groter maken, zoals Hij heeft beloofd. Als jullie dan zin hebben om vlees te eten, mogen jullie net zoveel vlees eten als jullie willen.

21. Stel dat jullie dan ver weg wonen van de plaats waar jullie Heer God wil wonen. Als jullie dan vlees willen eten, mogen jullie net zoveel vlees eten als jullie willen. Maar jullie moeten de koeien, schapen of geiten slachten op de manier die ik jullie heb bevolen.

22. Jullie mogen dat vlees eten zoals jullie het vlees eten van een hert [ of ander wild dier ] dat je hebt geschoten: reine en onreine mensen mogen ervan eten.

23. Maar denk erom dat jullie geen vlees eten waar het bloed nog in zit. Want [ in ] het bloed is het leven. Jullie mogen niet het leven samen met het vlees opeten.

24. Eet dus geen bloed, maar giet het op de aarde uit zoals je water uitgiet.

25. Jullie mogen het niet eten. Als jullie je daaraan houden, zal het goed gaan met jullie en met jullie kinderen. Want dan doen jullie wat de Heer wil.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 12