Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 11:1-14 BasisBijbel (BB)

1. Houd daarom van je Heer God. Dien Hem alle dagen van je leven door je aan zijn wetten en leefregels te houden.

2. Ik heb het nu niet over jullie kinderen. Want zij kennen de opvoeding van de Heer God nog niet. Zij hebben zijn grootheid en macht nog niet gezien.

3. Zij hebben niet de wonderen gezien die Hij in Egypte heeft gedaan bij de koning van Egypte en in zijn hele land.

4. Of wat Hij heeft gedaan met het leger van Egypte, met de paarden en de strijdwagens. Zij hebben niet gezien hoe Hij het water van de Rietzee over hen heen liet stromen. Hoe Hij hen zo helemaal vernietigde toen ze jullie achtervolgden.

5. Zij weten niet wat Hij met jullie heeft gedaan in de woestijn, vóór jullie hier kwamen.

6. Of wat Hij heeft gedaan met Datan en Abiram, de zonen van Eliab uit de familie van Ruben. Toen scheurde de aarde open en slokte hen op, met hun gezinnen, hun tenten, hun vee en alles wat ze hadden. Heel Israël zag het.

7. Maar júllie hebben met eigen ogen gezien wat voor machtige dingen de Heer heeft gedaan.

8. Houd je daarom aan de hele wet die ik jullie nu geef. Want dan zullen jullie sterk zijn en het land veroveren.

9. En dan zullen jullie lang leven in het land waarvan de Heer aan jullie voorvaders [ Abraham, Izaäk en Jakob ] heeft gezworen dat Hij het aan hun familie ná hen zou geven. Het is een prachtig en vruchtbaar land.

10. Want het land dat jullie gaan veroveren is niet als Egypte waar jullie vandaan komen. Want in Egypte moesten jullie het land zelf water geven als jullie hadden gezaaid, zoals in een groententuin.

11. Maar het land dat jullie nu gaan veroveren, heeft bergen en dalen en krijgt water van de regen.

12. Het hele jaar door zorgt jullie Heer God voor dat land.

13. Luister goed naar de wetten die ik jullie nu geef. Houd van je Heer God. Dien Hem met je hele hart en je hele ziel.

14. Dan zal de Heer het altijd op tijd laten regenen in het land. De herfstregens en de lenteregens zullen op tijd vallen. Daardoor kunnen jullie het graan, de druiven en de olijven oogsten.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 11