Oude Testament

Nieuwe Testament

Daniël 11:25-30 BasisBijbel (BB)

25. Dan zal hij met al zijn kracht en inspanning de koning van het Zuiden aanvallen met een groot leger. En de koning van het Zuiden zal een enorm groot leger verzamelen om tegen hem te strijden. Maar hij zal niet winnen: hij verliest door samenzweringen tegen hem.

26. Want zijn eigen vrienden zullen hem verraden en zijn leger zal volledig worden vernietigd. Er zullen veel doden vallen.

27. En die twee koningen zullen allebei proberen de ander te bedriegen. Ze zullen allebei doen alsof ze een verbond willen sluiten. Ze zullen aan één tafel zitten en met elkaar overleggen, maar intussen proberen ze elkaar te bedriegen. Maar hun plannen zullen mislukken. Want de tijd die God heeft bepaald, is nog niet gekomen.

28. De koning van het Noorden zal met een grote buit naar zijn land teruggaan. Hij zal een vijand zijn van het land dat een verbond met God heeft. Daarom zal hij vreselijke dingen doen. Daarna zal hij teruggaan naar zijn land.

29. Op een bepaald moment zal hij opnieuw het Zuiden aanvallen. Maar deze keer zal het niet zo gaan als de vorige keer.

30. Want de Kittieten zullen met hun schepen tegen hem oprukken en zijn aanval afslaan. Daardoor zal hij de moed verliezen en teruggaan naar zijn land. Maar op de terugweg daarheen zal hij eerst zijn woede koelen op het land dat een verbond met God heeft. Hij zal zelfs een verbond sluiten met Joden die hun verbond met God verbreken.

Lees verder hoofdstuk Daniël 11