Oude Testament

Nieuwe Testament

Amos 7:9-15 BasisBijbel (BB)

9. De altaren en heiligdommen in Israël zal Ik verwoesten. En Ik zal de familie van Jerobeam straffen met het zwaard."

10. Amazia, de priester van [ het gouden kalf in ] Bet-El, stuurde een boodschap naar koning Jerobeam van Israël. Hij schreef: "Amos smeedt een samenzwering tegen u. Hij stookt de mensen tegen u op.

11. Want hij zegt dat u door het zwaard zal worden gedood en dat de bewoners van Israël gevangen meegenomen zullen worden naar een ander land."

12. En tegen Amos zei Amazia: "Profeet, ga weg! Ga maar terug naar Juda. Ga daar maar je brood verdienen en profeteren.

13. Maar profeteer niet meer in Bet-El. Want dit heiligdom is van de koning. Deze tempel is van de overheid."

14. Maar Amos antwoordde hem: "Ik ben eigenlijk geen profeet. Ik ben ook geen zoon van een profeet. Ik had vee en ik verzamelde wilde vijgen.

15. Maar de Heer haalde mij bij mijn vee vandaan en zei tegen mij: 'Ik wil dat je tegen mijn volk Israël profeteert.'

Lees verder hoofdstuk Amos 7