Oude Testament

Nieuwe Testament

Amos 6:10-14 BasisBijbel (BB)

10. En als er familie komt om één van de lijken uit het huis te halen om het te verbranden, en vraagt: "Is hier nóg iemand bij je?", dan zal hij die daar in het huis verborgen zit, zeggen: "Nee, niemand." En de man die kwam, zal zeggen: "Sst! Houd verder je mond! Noem niet de naam van de Heer! [ Anders zal Hij ons nog meer straffen! ]"

11. [ De Heer zegt: ] Op een bevel van Mij zullen er scheuren geslagen worden in het grote huis [ Israël ] en het kleine huis [ Juda ].

12. Rennen paarden soms over rotsen? Ploegen ossen soms rotsen om? Maar jullie hebben wel de rechtspraak krom gemaakt! Het is een bitter vergif geworden.

13. Jullie verheugen je over daden die niets voorstellen. Jullie vinden dat jullie jezelf tot een machtig volk hebben gemaakt.

14. Maar Ik zal een volk roepen dat jullie land zal veroveren, zegt de Heer van de hemelse legers. Dat volk zal jullie onderdrukken vanaf de weg naar Hamat [ in het noorden ] tot aan de beek van Araba [ in het Zuiden ].

Lees verder hoofdstuk Amos 6