Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Samuel 24:2-14 BasisBijbel (BB)

2. Toen zei de koning tegen zijn aanvoerder Joab die bij hem was: "Ga tellen hoeveel mannen er in Israël zijn. Trek het hele land door, vanaf Dan [ in het noorden ] tot aan Berseba [ in het zuiden ], en tel [ de mannen van ] het volk. Ik wil weten hoeveel mannen ik kan oproepen voor het leger."

3. Joab zei tegen de koning: "Ik hoop dat uw Heer God het volk nog honderd keer zo groot zal maken als het nu is. En ik hoop dat u dat ook nog zal meemaken, mijn heer de koning. Maar waarom wilt u het volk tellen?"

4. Dat zei hij, omdat Joab en de aanvoerders het niet wilden tellen. Toch zette de koning zijn zin door. Dus vertrokken Joab en de aanvoerders om te doen wat de koning had bevolen. Ze telden het volk.

5. Ze staken de Jordaan over en begonnen in de stad Aroër die midden in het dal van Gad ligt, en in Jaëzer.

6. Daarna gingen ze naar Gilead en naar het lage land Hodsi. Vandaar gingen ze verder naar Dan-Jaän en naar de omgeving van Sidon,

7. naar Tyrus en alle steden van de Hevieten en van de Kanaänieten. Tenslotte kwamen ze in het zuiden van Juda, bij Berseba.

8. Na negen maanden en 20 dagen waren ze het hele land doorgetrokken en kwamen weer terug in Jeruzalem.

9. Joab bracht de koning de uitkomst van de telling: Israël had 800.000 mannen die met het leger konden meegaan, Juda 500.000.

10. Maar David kreeg hevig spijt dat hij het volk had laten tellen. En hij zei tegen de Heer: "Dit was heel erg verkeerd van mij. Heer, vergeef het me alstublieft. Ik heb heel erg dwaas gedaan."

11. Toen David 's morgens was opgestaan, zei de Heer tegen Davids profeet Gad:

12. "Ga naar David. Zeg tegen hem: Dit zegt de Heer: Kies op welke manier Ik je zal straffen. Je kan kiezen uit drie dingen."

13. Gad ging naar David en vertelde hem wat de Heer had gezegd. Hij zei tegen hem: "Wilt u zeven jaar lang hongersnood in uw land, of drie maanden vluchten voor vijanden die u achtervolgen, of drie dagen pest in uw land. Denk na en bedenk wat ik moet antwoorden aan Hem die mij heeft gestuurd."

14. David antwoordde: "Dit is allemaal even verschrikkelijk. Maar omdat God goed is, is het beter in de handen van God te vallen, dan in de handen van mensen."

Lees verder hoofdstuk 2 Samuel 24