Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Samuel 22:4-15 BasisBijbel (BB)

4. Ik riep het uit tot de Heer,tot de Heer die het waard is dat wij Hem prijzen.Toen redde Hij mij van mijn vijanden.

5. De dood bedreigde mij als een woeste zee,als een wilde rivier.

6. Het dodenrijk omklemde mij.Overal loerde de dood op mij.

7. Wanhopig riep ik de Heer om hulp.Ik riep tot mijn God.Hij hoorde mijn stem vanuit zijn paleis.Mijn geroep klonk in zijn oren.

8. Toen dreunde en beefde de aarde.De fundamenten van de hemel schudden en schokten:de Heer was woedend over wat er gebeurde.

9. Rook kwam uit zijn neus.Vernietigend vuur kwam uit zijn mond.Kolen raakten er door in brand.

10. Hij boog de hemel neer en kwam naar beneden.Donkere wolken waren onder zijn voeten.

11. Hij reed op een engel,vloog op de vleugels van de wind.

12. Hij verborg zich in diepe duisternis,zware regen en donkere wolken.

13. Door het licht dat van Hem afstraalde,raakte gloeiende houtskool in brand.

14. De Heer deed de donder klinken.De Allerhoogste God sprak met een stem als de donder.

15. Hij schoot zijn pijlen af en mijn vijanden vluchtten weg.Hij slingerde zijn bliksem naar hen zodat ze in paniek raakten.

Lees verder hoofdstuk 2 Samuel 22