Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Samuel 21:11-22 BasisBijbel (BB)

11. David hoorde wat Rizpa, de dochter van Aja, de bijvrouw van Saul, deed.

12. Toen ging hij eerst naar Jabes in Gilead. Daar haalde hij de botten van Saul en Jonatan op. (Toen de Filistijnen Saul op Gilboa verslagen hadden, hadden zij de lijken van Saul en Jonatan opgehangen op het plein in Bet-San. Daarna hadden de bewoners van Gilead ze daar stiekem weggehaald en naar Gilead gebracht. Daar hadden ze hen begraven. )

13. Daarna werden de lichamen opgehaald van de mannen die opgehangen waren.

14. Ze werden samen met de botten van Saul en Jonatan begraven in het gebied van de stam van Benjamin, in Zela, in het graf van Sauls vader Kis. Alles werd precies gedaan zoals de koning het had bevolen. Hierna was God weer goed voor het land.

15. Toen er opnieuw strijd ontstond tussen de Filistijnen en Israël, ging David met zijn leger mee in de strijd. Maar hij raakte uitgeput.

16. De Filistijn Jisbibenob, uit de familie van de Refaïeten , viel David aan. (Jisbibenob had een speer van 300 eenheden koper en een nieuw zwaard.) Hij stond op het punt om David te doden.

17. Maar Abisaï kwam David te hulp en doodde de Filistijn. Toen zeiden de mannen van David tegen hem: "U mag niet meer met het leger meegaan, want u mag niet gedood worden. U bent de lamp van de Heer in Israël."

18. Niet lang daarna werd er weer bij Gob gevochten tussen de Filistijnen en de Israëlieten. Sibbechai uit Husa doodde toen Saf, ook een Refaïet.

19. Een andere keer toen er bij Gob tegen de Filistijnen werd gevochten, doodde Elhanan (de zoon van Jaäre-Oregim uit Betlehem) [ de krijger ] Bet-Halachmi, die bij Goliat uit Gat was. Deze had een speer die wel zo groot was als de boom van een weefgetouw.

20. Opnieuw werd er gevochten, dit keer bij Gat. Daar was een enorme man. Hij had aan elke hand zes vingers en aan elke voet zes tenen. Dus 24 vingers en tenen. Ook hij was een Refaïet.

21. Hij daagde Israël uit. Maar Jonatan, de zoon van Davids broer Simea, doodde hem.

22. Deze vier mannen waren alle vier Refaïeten uit Gat. En ze werden alle vier gedood door David en zijn mannen.

Lees verder hoofdstuk 2 Samuel 21