Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Samuel 2:18-32 BasisBijbel (BB)

18. De drie zonen van [ Davids zus ] Zeruja waren daar ook: Joab, Abisaï en Asaël. Asaël was zo snel als een hert in het veld.

19. Hij achtervolgde Abner en gunde hem geen moment rust.

20. Abner draaide zich om en vroeg: "Ben jij dat, Asaël?" Hij antwoordde: "Ja."

21. Toen zei Abner: "Achtervolg liever iemand anders en neem hém zijn wapenrusting af." Maar Asaël wilde niet opgeven.

22. Toen zei Abner opnieuw tegen hem: "Stop alsjeblieft met mij te achtervolgen. Anders moet ik je doden. En hoe zou ik je broer Joab dan nog onder ogen durven komen?" Maar Asaël wilde Abner niet laten gaan.

23. Toen stak Abner hem zó hard met de achterkant van zijn speer in zijn buik, dat hij er aan de andere kant weer uit kwam. Asaël viel neer en stierf. Iedereen die bij de plek kwam waar Asaël lag, bleef staan.

24. Maar Joab en Abisaï achtervolgden Abner. Toen de zon onderging kwamen ze bij de heuvel Amma. Die is aan de oostkant van Gia, langs de weg naar de woestijn van Gibeon.

25. Daar sloten de mannen van de stam van Benjamin zich bij Abner aan. Ze verzamelden zich op de top van de heuvel.

26. Abner riep naar Joab: "Moet het zwaard dan blijven doden? Begrijp je dan niet dat dit uitloopt op een vreselijke ramp? Hoelang ga je nog door, vóórdat je je mannen beveelt om te stoppen? We horen toch bij hetzelfde volk?"

27. Joab antwoordde: "Had dat eerder gezegd! Ik zweer bij de Heer dat we dan vanmorgen al terug zouden zijn gegaan. Dan hadden we jullie niet langer achtervolgd. Want we horen bij hetzelfde volk."

28. Toen blies Joab op de ramshoorn en al zijn mannen stopten met de achtervolging van Israël. Er werd niet meer gevochten.

29. Abner en zijn mannen trokken die hele nacht verder. Ze gingen door de vlakte, staken de Jordaan over en trokken heel Bitron door tot ze in Mahanaïm terug kwamen.

30. Joab keerde terug van de achtervolging van Abner. Hij riep zijn mannen terug. Behalve Asaël waren er nóg 19 van Davids mannen gedood.

31. Maar van de stam van Benjamin waren er veel meer gesneuveld. Wel 360 van Abners mannen waren dood.

32. Asaël werd opgehaald. Ze begroeven hem in het graf van zijn vader in Betlehem. Joab en zijn mannen trokken de hele nacht verder. Toen het licht begon te worden, kwamen ze terug in Hebron. (lees verder)

Lees verder hoofdstuk 2 Samuel 2