Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Samuel 19:15-19 BasisBijbel (BB)

15. Toen ging de koning terug naar Jeruzalem en kwam bij de Jordaan. Intussen waren de mannen van Juda al naar Gilgal gekomen. Ze kwamen de koning tegemoet om hem over de Jordaan te brengen.

16. Simeï, de zoon van Gera, uit Bahurim in het gebied van de stam Benjamin, kwam haastig met de mannen van Juda mee, koning David tegemoet.

17. Hij kwam met 1000 mannen uit de stam van Benjamin. Ook Mefibosets dienaar Ziba was er met zijn 15 zonen en 20 knechten.

18. Ze brachten de koning en zijn familie met een bootje de Jordaan de over. Ze hielpen hem met wat hij maar wilde. Simeï liet zich voor de koning op de grond vallen toen de koning de Jordaan was overgestoken.

19. Hij zei tegen hem: "Mijn heer de koning, vergeef mij alstublieft wat ik tegen u heb gedaan toen u uit Jeruzalem vertrok. Vergeet het alstublieft.

Lees verder hoofdstuk 2 Samuel 19