Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Samuel 11:23-27 BasisBijbel (BB)

23. Hij zei tegen David: "Die mannen waren sterker dan wij. Ze vielen ons vanuit de stad aan, in het open veld. Maar wij drongen hen terug tot aan de stadspoort.

24. Toen schoten de boogschutters vanaf de muur op onze mannen. Een aantal van hen werd gedood. Ook Uria is dood."

25. Toen zei David tegen de boodschapper: "Zeg tegen Joab om hem te bemoedigen: 'Trek het je niet te veel aan. Het zwaard doodt de ene keer de één, de andere keer een ander. Ga door en verwoest de stad.' "

26. Toen Uria's vrouw hoorde dat haar man dood was, treurde ze over hem.

27. Toen de tijd van rouw voorbij was, liet David haar naar zijn huis halen. Ze werd zijn vrouw en kreeg een zoon. Maar de Heer vond het heel erg wat David had gedaan.

Lees verder hoofdstuk 2 Samuel 11