Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Kronieken 1:13-17 BasisBijbel (BB)

13. Toen vertrok Salomo uit Gibeon en ging naar Jeruzalem terug. En hij regeerde over Israël.

14. Salomo vormde een heel groot leger van strijdwagens en paarden. Hij had 1400 strijdwagens en 12.000 ruiters. Deze bevonden zich in de speciaal daarvoor gebouwde steden en bij de koning in Jeruzalem.

15. Er kwam zoveel zilver naar Jeruzalem, dat zilver daar net zo gewoon was als steen. En ook zoveel hout van cederbomen, dat cederhout in die tijd niets bijzonders was. Het was net zo gewoon als het hout van de wilde vijgenbomen die in grote aantallen in de dalen groeiden.

16. Salomo's paarden kwamen uit Egypte. Zijn linnen garens werden door zijn handelaars tegen marktprijs ingekocht.

17. De Egyptische strijdwagens die in Jeruzalem werden afgeleverd, waren per stuk 600 sikkels [ (6,6 kilo) ] zilver waard, paarden 150 sikkels [ (1,6 kilo) ] zilver. Salomo verkocht de paarden en wagens ook door aan de koningen van de Hetieten en van Aram.

Lees verder hoofdstuk 2 Kronieken 1