Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Koningen 25:7-14 BasisBijbel (BB)

7. zijn zonen werden voor zijn ogen gedood. Daarna werd hij blind gemaakt en met koperen kettingen geboeid. Zo werd hij naar Babel gebracht.

8. Op de zevende dag van de vijfde maand (toen Nebukadnezar 19 jaar koning van Babel was) kwam Nebuzaradan naar Jeruzalem. Hij was de aanvoerder van de paleiswacht van de koning.

9. Hij stak de tempel van de Heer, het koninklijk paleis en de huizen van de rijke mensen in brand.

10. Hij liet zijn leger de muren van Jeruzalem afbreken.

11. Alle mensen die nog in de stad waren overgebleven nam hij mee naar Babel. Ook de mensen die naar de koning van Babel waren overgelopen nam hij mee.

12. Hij liet alleen de arme mensen achter. Zij moesten voor de wijngaarden en akkers zorgen.

13. De koperen pilaren in de tempel van de Heer en de grote koperen waskom brak hij in stukken. Al het koper daarvan nam hij mee naar Babel.

14. Ook alle koperen potten, scheppen, messen en schalen. Alles wat van koper was, nam hij mee.

Lees verder hoofdstuk 2 Koningen 25