Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Koningen 13:21-25 BasisBijbel (BB)

21. Op een keer was een groep mensen een man aan het begraven, toen ze een bende uit Moab zagen aankomen. Ze gooiden de man gauw in het graf van Elisa en renden weg. Maar toen de dode het lijk van Elisa raakte, werd hij weer levend en stond op.

22. Koning Hazaël van Aram verdrukte Israël alle jaren dat Joahaz koning was.

23. Maar de Heer kreeg medelijden met hen. Hij kwam hun te hulp vanwege zijn verbond met Abraham, Izaäk en Jakob. Hij wilde niet dat het volk vernietigd zou worden. Hij had hen nog steeds niet helemaal verlaten.

24. Toen koning Hazaël stierf, werd zijn zoon Benhadad koning van Aram.

25. Vroeger had Joas' vader Joahaz een aantal steden verloren aan koning Hazaël. Nu lukte het Joas om die weer terug te veroveren van koning Benhadad. . Joas versloeg koning Benhadad drie keer en heroverde de steden.

Lees verder hoofdstuk 2 Koningen 13