Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Samuel 29:1-3 BasisBijbel (BB)

1. De Filistijnen verzamelden al hun legers bij Afek. De Israëlieten hadden hun legerkamp bij de bron van Jizreël opgezet.

2. Eerst trokken de stadskoningen van de Filistijnen met hun afdelingen van honderd en van duizend mannen aan Achis voorbij. Tenslotte trok ook David met zijn mannen aan Achis voorbij.

3. De aanvoerders van de Filistijnen vroegen: "Wat moeten die Hebreeën hier?" Achis antwoordde: "Dat is David, de dienaar van koning Saul van Israël. Hij woont al heel lang bij mij. Hij is naar mij overgelopen. Hij is helemaal te vertrouwen."

Lees verder hoofdstuk 1 Samuel 29