Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Samuel 22:1-6 BasisBijbel (BB)

1. David vertrok daar weer en ontsnapte naar de grot van Adullam. Toen zijn broers en zijn familie hoorden dat hij daar was, gingen ze naar hem toe.

2. Ook kwamen allerlei mensen die in moeilijkheden zaten naar hem toe. Ze hadden bijvoorbeeld schulden gemaakt, of waren voor iemand op de vlucht. Zo bleven er ongeveer 400 mannen bij hem. En hij werd hun aanvoerder.

3. Vandaar ging David naar Mizpa in Moab. Hij vroeg aan de koning van Moab: "Mogen mijn ouders in uw land wonen totdat ik weet wat God met mij van plan is?"

4. Hij mocht hen bij de koning van Moab brengen. Daar bleven ze wonen zolang David in de bergen verborgen zat.

5. Maar de profeet Gad waarschuwde David: "Blijf niet in de bergen. Ga naar het gebied van de stam van Juda." Toen vertrok David naar het bos van Heret.

6. Saul kwam het te weten, want David en zijn mannen waren ontdekt. Saul zat onder de bomen op de heuvel van Rama, met zijn speer in zijn hand. Zijn mannen stonden bij hem.

Lees verder hoofdstuk 1 Samuel 22