Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Samuel 15:28-31 BasisBijbel (BB)

28. Toen zei Samuel tegen hem: "De Heer heeft vandaag het koningschap van u afgescheurd. Hij heeft het gegeven aan iemand die het meer waard is dan u.

29. De Sterke God van Israël liegt nooit en doet altijd wat Hij heeft besloten. Mensen veranderen van gedachten, maar Hij is geen mens. Hij verandert nooit van gedachten."

30. Maar Saul zei: "Ik heb verkeerd gedaan. Laat nu alstublieft aan mijn aanvoerders en mijn volk zien dat u mij eert. Ga alstublieft met mij mee terug. Dan zal ik me neerbuigen voor uw Heer God."

31. Toen ging Samuel met Saul terug. En Saul boog zich neer voor de Heer.

Lees verder hoofdstuk 1 Samuel 15