Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Samuel 1:25-28 BasisBijbel (BB)

25. Nadat ze één van de stieren hadden geofferd, brachten ze het jongetje naar Eli.

26. Hanna zei: "Mijn heer, ik ben die vrouw die hier bij u stond om tot de Heer te bidden.

27. Om deze jongen heb ik gebeden. En de Heer heeft mij gegeven waar ik Hem om had gevraagd.

28. Daarom geef ik hem voor de rest van zijn leven aan de Heer. Zolang hij leeft, is hij van de Heer." En hij aanbad daar de Heer.

Lees verder hoofdstuk 1 Samuel 1