Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 9:14-21 BasisBijbel (BB)

14. Van de Levieten:Semaja, de zoon van Hasub, die een zoon was van Azrikam, die een zoon was van Hasabja, die een zoon was van Merari.

15. Bakbakkar, Heres en Galal.Mattanja, de zoon van Micha, die een zoon was van Zichri, die een zoon was van Asaf.

16. Obadja, de zoon van Semaja, die een zoon was van Galal, die een zoon was van Jedutun.Berechja, de zoon van Asa, die een zoon was van Elkana. Hij ging in de dorpen bij Netofa wonen.

17. De poortwachters van het heiligdom:Sallum, Akkub, Talmon en Ahiman en hun broers. Sallum was hun hoofd.

18. Zij zijn nog steeds poortwachters bij de Koningspoort. Dat is de oostpoort van de tempel.

19. Sallum was de zoon van Kore, die een zoon was van Ebjasaf, uit de familie van Korach. Hij en de andere mannen uit de familie van Korach bewaakten de ingang van de tent van ontmoeting, net zoals hun voorvaders vroeger de ingang tot de tent van de Heer hadden bewaakt in het tentenkamp van Israël.

20. Toen had Pinehas, de zoon van Eleazar, de leiding over hen gehad en de Heer was met hem.

21. Zecharja, de zoon van Meselemja, bewaakte de ingang van de tent van ontmoeting.

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 9