Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 8:26-34 BasisBijbel (BB)

26. De zonen van Jeroham waren: Samserai, Seharja, Atalja,

27. Jaäresja, Elia en Zichri.

28. Zij waren allemaal belangrijke familiehoofden en woonden in Jeruzalem.

29. In Gibeon woonden: Jeïel (die vader werd van Gibeon) met zijn vrouw Maächa,

30. zijn oudste zoon Abdon, verder Zur, Kis, Baäl, Nadab,

31. Gedor, Ahio en Zecher [ en Miklot ].

32. Miklot kreeg een zoon: Simea. Zij vertrokken uit Gibeon en gingen in Jeruzalem wonen.

33. Ner kreeg een zoon: Kis. Kis kreeg een zoon: Saul. Saul kreeg zonen: Jonatan, Malchisua, Abinadab en Esbaäl.

34. Jonatans zoon was Meribbaäl. Meribbaäl kreeg een zoon: Micha.

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 8