Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 8:14-32 BasisBijbel (BB)

14. De zonen van Beria waren: Ajo, Sasak, Jeremot,

15. Zebadja, Arad, Eder,

16. Michaël, Jispa en Joha.

17. Verder had Elpaäl nog de volgende zonen: Zebadja, Mesullam, Hizki, Heber,

18. Jismerai, Jizlia en Jobab.

19. De zonen van Simeï waren: Jakim, Zichri, Zabdi,

20. Eljoënai, Zilletai, Eliël,

21. Adaja, Beraja en Simrat.

22. De zonen van Sasak waren: Jispan, Eber, Eliël,

23. Abdon, Zichri, Hanan,

24. Hananja, Elam, Antotia,

25. Jifdeja en Pnuël.

26. De zonen van Jeroham waren: Samserai, Seharja, Atalja,

27. Jaäresja, Elia en Zichri.

28. Zij waren allemaal belangrijke familiehoofden en woonden in Jeruzalem.

29. In Gibeon woonden: Jeïel (die vader werd van Gibeon) met zijn vrouw Maächa,

30. zijn oudste zoon Abdon, verder Zur, Kis, Baäl, Nadab,

31. Gedor, Ahio en Zecher [ en Miklot ].

32. Miklot kreeg een zoon: Simea. Zij vertrokken uit Gibeon en gingen in Jeruzalem wonen.

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 8