Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 7:32-40 BasisBijbel (BB)

32. Heber kreeg zonen: Jaflet, Somer en Hotam. Hij had ook een dochter: Sua.

33. De zonen van Jaflet waren: Pasach, Bimhal en Asvat.

34. De zonen van Jaflets broer Somer waren: Ahi, Rohega, Jehubba en Aram.

35. De zonen van zijn broer Hotam (die ook Helem werd genoemd) waren: Zofa, Jimna, Seles en Amal.

36. De zonen van Zofa waren: Sua, Harnefer, Sual, Beri, Jimra,

37. Bezer, Hod, Samma, Silsa, Jitran en Beëra.

38. De zonen van Jeter waren: Jefunne, Pispa en Ara.

39. En de zonen van Ulla waren: Ara, Hanniël en Rizja.

40. Dit zijn alle familiehoofden uit de stam van Aser, dappere mannen en goede leiders. Op de namenlijst van de stam van Aser stonden 26.000 mannen ingeschreven die met het leger konden meegaan.

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 7