Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 27:16-21 BasisBijbel (BB)

16. De volgende mannen waren aanvoerders van het leger van hun stam:van de stam van Ruben: Eliëzer, de zoon van Zichri.Van de stam van Simeon: Sefatja, de zoon van Maächa.

17. Van de stam van Levi: Hasabja, de zoon van Kemuel.Van de familie van Aäron: Zadok.

18. Van de stam van Juda: Elihu, een van Davids broers.Van de stam van Issaschar: Omri, de zoon van Michaël.

19. Van de stam van Zebulon: Jismaja, de zoon van Obadja.Van de stam van Naftali: Jerimot, de zoon van Azriël.

20. Van de stam van Efraïm: Hosea, de zoon van Azarja.Van de ene helft van de stam van Manasse: Joël, de zoon van Pedaja.

21. Van de andere helft van de stam van Manasse, in Gilead: Jiddo, de zoon van Zecharja.Van de stam van Benjamin: Jaäsiël, de zoon van Abner.

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 27