Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 21:24-30 BasisBijbel (BB)

24. Maar koning David zei: "Nee, ik wil alles voor de volle prijs van je kopen. Want ik wil niet iets wat van jou is aan de Heer geven. Ik wil mijn God geen offers brengen die me niets hebben gekost."

25. Toen kocht David alles van Ornan voor 600 sikkels [ (6,6 kilo) ] goud.

26. Hij bouwde daar een altaar voor de Heer en bracht brand-offers en dank-offers. Hij bad tot de Heer. En de Heer antwoordde hem met vuur uit de hemel op het brand-offeraltaar.

27. Toen gaf de Heer aan de engel het bevel om zijn zwaard weg te steken.

28. Toen David zag dat de Heer hem op de dorsvloer van Ornan had geantwoord, offerde hij daar.

29. De tent van de Heer, die Mozes had gemaakt in de woestijn, en het brand-offeraltaar stonden in die tijd op de heuvel bij Gibeon.

30. Maar David kon daar niet heen, omdat hij bang was voor het zwaard van de engel van de Heer. (lees verder)

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 21