Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 16:17-35 BasisBijbel (BB)

17. de belofte die Hij deed aan Jakob,het eeuwige verbond dat Hij sloot met Israël

18. toen Hij zei: ''Ik zal jullie het land Kanaän geven.Kanaän wordt jullie eigendom."

19. In het begin was het maar een klein volk,een kleine groep vreemdelingen in dat land.

20. Ze trokken van volk naar volk,van het ene koninkrijk naar het andere.

21. Maar Hij stond niet toe dat een ander volk hen kwaad deed.Vijandige koningen strafte Hij.

22. Hij zei: "Raak mijn volk niet aan!Doe mijn profeten geen kwaad!"

23. Zing allemaal voor de Heer en prijs zijn naam.Vertel elke dag over zijn redding.

24. Vertel aan de volken van zijn macht.Vertel alle landen van zijn wonderen.

25. Want de Heer is geweldig.Hij is het waard dat we Hem prijzen.Voor Hem moeten we veel meer ontzag hebbendan voor alle andere goden.

26. Want de goden van de andere volken zijn maar afgoden.Maar de Heer heeft de hemel gemaakt.

27. Hij is een indrukwekkend Koning.Kracht en blijdschap zijn in zijn heiligdom.

28. Mensen van de aarde, gehoorzaam de Heer.Erken zijn macht, want daar heeft Hij recht op.

29. Eer Hem en aanbid Hem.Kom naar zijn heiligdom en breng Hem offers.Buig voor de Heer als Hij in al zijn pracht verschijnt.

30. Heel de aarde, heb ontzag voor Hem!Dankzij Hem staat de wereld stevig en vast.

31. Wees blij, hemel! Juich, aarde!De volken zullen zeggen: 'De Heer is Koning!'

32. De zee met alles wat daarin leeft, zal bruisen.Het veld en alles wat daarop is, zal huppelen van blijdschap.

33. De bossen zullen juichen voor de Heer.Want Hij komt rechtspreken over de aarde.

34. Prijs de Heer, want Hij is goed.Zijn liefde duurt voor eeuwig.

35. En zeg: 'Red ons, God, U bent onze Redder.Breng ons terug naar ons land.Red ons van de volken om ons heen.Dan zullen wij U prijzen.'Vol trots zullen we onze God prijzen.

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 16