Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 1:48-54 BasisBijbel (BB)

48. Toen Samla stierf, werd in zijn plaats Saul koning, uit Rehobot aan de rivier.

49. Toen Saul stierf, werd in zijn plaats Baäl-Hanan koning, de zoon van Achbor.

50. Toen Baäl-Hanan stierf, werd in zijn plaats Hadad koning. Hij woonde in de stad Pahi. Zijn vrouw heette Mehetabeël en was een dochter van Matred, die een dochter was van Mezahab.

51. Toen Hadad stierf, regeerden de volgende mannen over Edom: Timna, Alja, Jetet,

52. Oholibama, Ela, Pinon,

53. Kenaz, Teman, Mibzar,

54. Magdiël en Iram. Zij regeerden allemaal over Edom.

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 1