Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 1:26-35 BasisBijbel (BB)

26. Rehu kreeg een zoon: Serug. Serug kreeg een zoon: Nahor. Nahor kreeg een zoon: Terach.

27. Terach kreeg een zoon: Abram (die later Abraham heette).

28. De zonen van Abraham waren: Izaäk en Ismaël.

29. De oudste zoon van Ismaël was Nebajot. Verder kreeg Ismaël: Kedar, Adbeël, Mibsam,

30. Misma en Duma, Massa, Hadad en Tema,

31. Jetur, Nafis en Kedma. Dit zijn de zonen van Ismaël.

32. Abrahams bijvrouw Ketura kreeg ook zonen: Zimran, Joksan, Medan, Midian, Jisbak en Sua. De zonen van Joksan waren Scheba en Dedan.

33. De zonen van Midian waren: Efa, Efer, Henoch, Abida en Eldaä. Dit waren kleinzonen van Ketura.

34. [ Dus ] Abraham kreeg Isaäk. Isaäk kreeg twee zonen: Ezau en Israël.

35. De zonen van Ezau waren: Elifaz, Rehuël, Jehus, Jaëlam en Korach.

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 1