Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Koningen 7:38-46 BasisBijbel (BB)

38. Verder maakte hij tien koperen waterschalen . In elke schaal kon 40 bat [ (880 liter) ] water. Elke schaal was 4 el [ (1,80 m) ] groot. Op elk onderstel kwam zo'n schaal.

39. Hij zette vijf van de onderstellen neer aan de rechterkant van de tempel en vijf aan de linkerkant. De hele grote schaal zette hij (als je aan de oostkant naar buiten komt) rechts van de tempel. Dat is dus aan de zuidkant van het plein.

40. Verder maakte hij potten en scheppen en de offerschalen voor het bloed. Zo maakte Hiram alles wat hij van koning Salomo voor de tempel van de Heer moest maken.

41. Hij maakte de twee pilaren, de twee bollen op de sierstukken op de top van de pilaren, de twee netwerken die de bollen bedekten,

42. de 400 granaatappels voor de twee netwerken (twee rijen granaatappels per netwerk),

43. de tien onderstellen en de tien schalen op de onderstellen, de ene hele grote schaal,

44. de twaalf ossen onder die grote schaal,

45. en de potten, scheppen en offerschalen. Alle dingen die Hiram voor koning Salomo voor de tempel van de Heer maakte, waren van gepolijst koper.

46. De koning liet ze gieten in de vlakte van de Jordaan, in de dikke laag klei tussen Sukkot en Zartan.

Lees verder hoofdstuk 1 Koningen 7