Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Koningen 6:34-38 BasisBijbel (BB)

34. De twee deuren waren van cipressenhout. Het waren vouwdeuren die in het midden scharnierden.

35. Hij liet daar engelen, palmbomen en bloemen in uitsnijden. Die liet hij met goud bedekken.

36. Vóór het gebouw kwam een plein met daaromheen een muur. Die was opgebouwd uit drie rijen uitgehakte stenen en een rij balken van cederhout.

37. Toen Salomo vier jaar koning was, werd in de maand Zif het fundament van de tempel van de Heer gelegd.

38. Toen hij elf jaar koning was, in de maand Bul (dat is de achtste maand) was de tempel helemaal volgens plan gebouwd. Hij had er dus zeven jaar over gedaan om de tempel te bouwen.

Lees verder hoofdstuk 1 Koningen 6