Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Koningen 3:13-21 BasisBijbel (BB)

13. En ook wat je niet hebt gevraagd, zal Ik je geven. Ik zal je rijker en beroemder maken dan alle andere koningen.

14. En als je leeft zoals Ik het wil en jij je aan mijn wetten en leefregels houdt zoals je vader David heeft gedaan, dan zal Ik je ook een lang leven geven."

15. Toen werd Salomo wakker en hij merkte dat hij het had gedroomd. Toen hij in Jeruzalem was terug gekomen, ging hij voor de kist van het verbond van de Heer staan en offerde daar brand-offers en dank-offers. En hij hield een feestmaaltijd voor al zijn dienaren.

16. Op een keer kwamen er twee vrouwen bij de koning. Het waren twee hoeren.

17. De ene vrouw zei: "Mijn heer de koning, deze vrouw en ik wonen samen in een huis. Ik heb bij haar in huis een kind gekregen.

18. Drie dagen later kreeg zij ook een kind. Alleen wij tweeën waren thuis. Verder was er niemand.

19. 's Nachts is háár kind gestorven, doordat ze op hem is gaan liggen.

20. Toen is ze midden in de nacht opgestaan. En terwijl ik lag te slapen, heeft ze mijn zoon die naast me lag, omgeruild voor haar dode zoon.

21. Toen ik 's morgens opstond om mijn zoon te voeden, zag ik dat hij dood was. Maar toen ik goed keek, zag ik dat het niet míjn kind was!"

Lees verder hoofdstuk 1 Koningen 3