Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Koningen 22:5-8 BasisBijbel (BB)

5. Maar vraag eerst de Heer om raad."

6. Toen liet Achab ongeveer 400 profeten komen. Hij vroeg hun: "Zal ik naar Gilead gaan om Ramot te veroveren, of niet?" Ze zeiden: "Ga, want de Heer zal u de overwinning geven."

7. Maar koning Josafat zei: "Er is toch nóg een profeet van de Heer? Laten we het ook aan hém vragen."

8. Achab antwoordde: "Er is nog één man door wie we de Heer om raad kunnen vragen. Dat is Micha, de zoon van Jimla. Maar ik haat hem. Want hij profeteert over mij nooit iets goeds, maar alleen maar slechte dingen." Josafat zei: "Dat moet u niet zeggen!"

Lees verder hoofdstuk 1 Koningen 22