Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Koningen 22:48-52 BasisBijbel (BB)

48. Edom had in die tijd geen koning, maar een bestuurder.

49. Koning Josafat bouwde een vloot in Tarsis om in Ofir goud te gaan halen. Maar de schepen kwamen nooit in Ofir aan, want tijdens een storm zonken ze bij Ezeon-Geber.

50. Koning Ahazia, de zoon van Achab, had tegen koning Josafat gezegd: "Laat op uw schepen ook mannen van mij meegaan." Maar Josafat wilde dat niet.

51. Josafat stierf en werd begraven bij de andere koningen in de 'Stad van David'. Zijn zoon Joram werd na hem koning van Juda.

52. Toen Josafat 17 jaar koning van Juda was, werd Ahazia, de zoon van Achab, koning van Israël. Hij regeerde in Samaria twee jaar over Israël.

Lees verder hoofdstuk 1 Koningen 22