Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Koningen 16:16-24 BasisBijbel (BB)

16. Want toen het leger bij Gibbeton hoorde dat Zimri koning Ela had vermoord, maakten ze hun aanvoerder Omri koning.

17. Omri trok met het hele leger naar Tirza en veroverde de stad.

18. Toen Zimri zag dat de stad was veroverd, vluchtte hij het koninklijk paleis in en stak het paleis boven zich in brand. Zo stierf hij.

19. Het was zijn straf voor de slechte dingen die hij had gedaan, want hij was ongehoorzaam aan God. Hij was net zo ongehoorzaam als Jerobeam en liet Israël dezelfde slechte dingen doen.

20. De rest van wat Zimri allemaal heeft gedaan, met de samenzwering die hij heeft gesmeed, staat opgeschreven in de boeken met de geschiedenis van de koningen van Israël.

21. Toen raakte het volk verdeeld. De ene helft van het volk kroonde Tibni, de zoon van Ginat, tot koning. De andere helft sloot zich bij Omri aan.

22. Maar het deel dat zich bij Omri aansloot, was sterker dan het deel dat zich bij Tibni aansloot. Tibni werd gedood en Omri werd koning van heel Israël.

23. Omri werd koning van Israël toen Asa 31 jaar koning van Juda was. Hij regeerde twaalf jaar. Daarvan regeerde hij zes jaar in Tirza.

24. Toen kocht hij van Semer de berg Samaria voor 2 talenten [ (60 kilo) ] zilver. Hij bouwde er een stad op en noemde die Samaria, naar Semer, de eigenaar van de berg.

Lees verder hoofdstuk 1 Koningen 16