Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Koningen 15:27-31 BasisBijbel (BB)

27. Baësa, de zoon van Ahia uit de stam van Issaschar, smeedde een samenzwering tegen koning Nadab. Toen Nadab op een keer met zijn leger de Filistijnse stad Gibbeton aanviel, vermoordde Baësa hem daar.

28. Daarna werd Baësa koning van Israël. Asa was toen drie jaar koning van Juda.

29. Zodra Baësa koning was geworden, vermoordde hij de hele familie van Jerobeam. Hij liet niemand van hen in leven, maar doodde hen allemaal. Zo werd werkelijkheid wat de Heer had gezegd door de profeet Ahia uit Silo.

30. Hij deed dat omdat Jerobeam andere goden was gaan aanbidden. Hij had ervoor gezorgd dat het hele koninkrijk Israël dat was gaan doen. Daarmee had hij de Heer, de God van Israël, heel erg kwaad gemaakt.

31. De rest van wat Nadab allemaal heeft gedaan, staat opgeschreven in de boeken met de geschiedenis van de koningen van Israël.

Lees verder hoofdstuk 1 Koningen 15