Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Koningen 14:7-12 BasisBijbel (BB)

7. Ga naar huis en zeg tegen Jerobeam: Dit zegt de Heer, de God van Israël: Ik heb je opgetild uit het volk en je koning gemaakt over mijn volk Israël.

8. Ik heb het koningschap afgescheurd van de familie van David en het aan jou gegeven. Maar jij hebt niet op dezelfde manier geleefd als mijn dienaar David. David gehoorzaamde mijn bevelen. Hij diende Mij met zijn hele hart door te leven zoals Ik het wil.

9. Maar jij bent slechter geweest dan alle anderen vóór jou, want je hebt andere goden gemaakt. Met die beelden heb je Mij heel erg kwaad gemaakt. Want je hebt Mij aan de kant geschoven.

10. Daarom zal Ik een ramp over jouw hele familie laten komen. Ik zal alle mannen uit je familie doden, van hoog tot laag. Ik zal je hele familie wegvegen zoals je mest uit de stal wegveegt. Er zal niemand van overblijven.

11. De mannen die in de stad worden gedood, zullen door de honden worden opgegeten. En de mannen die in het veld worden gedood, zullen door de vogels worden opgegeten. De Heer heeft het gezegd.

12. Ga nu terug naar huis, vrouw van Jerobeam. Op het moment dat u de stad binnenkomt, zal de jongen sterven.

Lees verder hoofdstuk 1 Koningen 14