Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Koningen 11:3-7 BasisBijbel (BB)

3. Hij had 700 vrouwen die prinsessen waren en 300 bijvrouwen . En zijn vrouwen maakten hem ontrouw aan de Heer.

4. Want toen Salomo oud was geworden, haalden zijn vrouwen hem over om hun goden te gaan dienen. Daardoor diende hij niet meer met zijn hele hart zijn Heer God zoals zijn vader David had gedaan.

5. Zo aanbad Salomo Astarot , de godin van de Sidoniërs, en Milkom, de god van de Ammonieten.

6. Salomo leefde dus niet meer zoals de Heer het wil. Hij diende de Heer niet meer met zijn hele hart zoals zijn vader David had gedaan.

7. In die tijd bouwde Salomo op de berg ten oosten van Jeruzalem ook een altaar voor Kamos, de god van Moab, en voor Moloch, de god van de Ammonieten.

Lees verder hoofdstuk 1 Koningen 11