Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Koningen 1:5-11 BasisBijbel (BB)

5. Adonia, de zoon van [ David en ] Haggit, besloot om de nieuwe koning te worden. Hij zorgde voor strijdwagens en ruiters en zocht 50 mannen uit die voor hem uit liepen.

6. Zijn vader had hem zijn hele leven nog nooit ergens voor bestraft. Hij zag er erg knap uit en was na Absalom geboren[ , dus Davids vierde zoon ].

7. Hij haalde [ legeraanvoerder ] Joab (de zoon van Zeruja) en de priester Abjatar over om zijn kant te kiezen.

8. Maar de priester Zadok, Benaja (de zoon van Jojada), de profeet Natan, Simeï, Reï en Davids helden stonden niet aan de kant van Adonia.

9. Daarna hield Adonia een groot offerfeest. Hij slachtte schapen, koeien en geiten bij de rots Zohelet, waar de Rogel-bron is. Hij nodigde al zijn broers [ voor dit kroningsfeest ] uit, alle zonen van de koning, en alle Judeese hofdienaren van de koning.

10. Maar de profeet Natan, Benaja, de helden en zijn broer Salomo werden niet uitgenodigd.

11. Toen ging de profeet Natan naar Batseba, de moeder van Salomo. Hij zei tegen haar: "Heeft u niet gehoord dat Adonia koning is geworden? En koning David weet het niet!

Lees verder hoofdstuk 1 Koningen 1