Oude Testament

Nieuwe Testament

Romeinen 7:6-10 BasisBijbel (BB)

6. Maar nu we [ met Jezus ] gestorven zijn, heeft de wet [ van Mozes ] niets meer over ons te zeggen. We bestaan niet meer voor die wet waaraan we ons moesten houden, want we zijn dood voor de wet. Vroeger dienden we God door middel van de wet [ van Mozes ]. Maar nu niet meer. Nu dienen we God als nieuwe mensen, door Gods Geest.

7. Hoe zit het dan? Is de wet dan iets slechts? Nee, helemaal niet. Want zonder de wet zou ik niet geweten hebben wat slecht is. Ik zou [ bijvoorbeeld ] niet geweten hebben dat jaloersheid verkeerd is, als de wet niet had gezegd dat je niet jaloers mag zijn.

8. [ De wet is dus niet verkeerd. ] Maar het kwaad gebruikte de wet om macht over mij te krijgen: ik werd opgestookt tot allerlei verkeerde dingen. Maar zonder de wet heeft het kwaad geen enkele macht.

9. Vroeger [ toen ik klein was, ] leefde ik zonder de wet te kennen. Maar toen ik [ volwassen werd en ] de wet leerde kennen, begon het kwaad in mij te leven. Dat veroorzaakte mijn dood.

10. De wet die mij leven had moeten brengen, werd juist mijn dood.

Lees verder hoofdstuk Romeinen 7