Oude Testament

Nieuwe Testament

Romeinen 6:11-23 BasisBijbel (BB)

11. Ik wil dat het voor jullie duidelijk is, dat ook jullie dood zijn. En dat het kwaad daardoor geen macht meer over jullie heeft. En doordat jullie één geheel zijn met Jezus Christus, leven ook jullie alleen voor God.

12. Laat het kwaad dus niet langer als een koning over je heersen. Wees er geen slaaf meer van.

13. Laat je niet langer door het kwaad gebruiken voor het doen van slechte dingen. Maar laat je door God gebruiken voor het doen van goede dingen, als mensen die eerst dood waren, maar die nu levend zijn.

14. Het kwaad mag niet meer over jullie heersen. Want nu heerst niet meer de wet [ van Mozes ] over jullie, maar de liefdevolle goedheid van God.

15. Hoe zit het dus? Zullen we dan maar veel slechte dingen doen, omdat de wet niets meer over ons te zeggen heeft, en God ons in zijn liefde alles vergeeft? Nee, natuurlijk niet!

16. Denk erom: als je iemand altijd gehoorzaamt, ben je eigenlijk zijn slaaf. Als je het kwaad altijd gehoorzaamt, ben je dus een slaaf van het kwaad. En het kwaad brengt je altijd de dood. Maar als je God gehoorzaamt, ben je een slaaf van de gehoorzaamheid [ aan God ]. Dan spreekt God je vrij van schuld en geeft Hij je leven.

17. Vroeger waren jullie [ onvrijwillig ] slaven van het kwaad. Maar prijs God: nú willen jullie graag [ en vrijwillig ] gehoorzaam zijn aan de dingen die we jullie hebben geleerd [ over Christus ].

18. Jullie zijn bevrijd van de slavernij van het kwaad. Jullie zijn in dienst gekomen van [ een nieuwe meester: ] de wil van God.

19. Ik leg het jullie nóg een keer uit, omdat jullie het moeilijk vinden. Eerst deden jullie verkeerde en slechte dingen. En daardoor deden jullie steeds méér slechte dingen. Maar nu moeten jullie de dingen gaan doen die God wil. Daardoor zullen jullie steeds méér gaan leven zoals Hij het wil.

20. Toen jullie nog slaven van het kwaad waren, waren jullie schuldig.

21. Jullie deden toen dingen waarover jullie je nu schamen. En wat was het gevolg van die dingen? Uiteindelijk de dood!

22. Maar nu zijn jullie bevrijd uit de macht van het kwaad. Jullie zijn dienaren van God geworden. Daardoor zullen jullie leven zoals Hij het wil. En tenslotte zullen jullie het eeuwige leven hebben.

23. Het kwaad brengt altijd de dood: het is je loon voor wat je hebt gedaan. Maar de liefdevolle goedheid van God geeft een geschenk: het eeuwige leven, door onze Heer, Jezus Christus.

Lees verder hoofdstuk Romeinen 6