Oude Testament

Nieuwe Testament

Romeinen 3:7-17 BasisBijbel (BB)

7. Maar waarom noemt God mij dan slecht, als door mijn slechtheid juist extra goed te zien is hoe trouw Hijzelf is?

8. Sommige mensen beweren dat we zeggen: "Laten we maar veel slechte dingen doen, want dan is extra goed te zien hoe trouw God is." Maar zo is het natuurlijk niet. Mensen die dat wel doen, verdienen Gods straf.

9. Hoe zit het dan? Zijn wij als Joden beter dan de mensen die geen Jood zijn? Nee, helemaal niet. Ik heb hiervóór toch al gezegd dat de Joden én de niet-Joden slechte dingen doen?

10. Dat staat ook in de Boeken:

11. "Niemand leeft zoals God het wil, helemaal niemand. Niemand is verstandig. Niemand verlangt werkelijk naar God.

12. Iedereen doet wat hij zelf wil. Niemand leeft zoals God het wil. Niemand doet iets goeds, helemaal niemand.

13. Hun woorden brengen alleen maar dood en ellende. Ze liegen en bedriegen. Hun woorden lijken wel vergif.

14. Ze vloeken en ze schelden.

15. Ze staan altijd klaar om iemand te vermoorden.

16. Overal laten ze een spoor van verwoesting en ellende achter.

17. Ze weten niet hoe ze in vrede kunnen leven.

Lees verder hoofdstuk Romeinen 3