Oude Testament

Nieuwe Testament

Openbaring 11:9-19 BasisBijbel (BB)

9. Uit alle volken en stammen en talen en landen zullen er mensen naar hun lijken komen kijken. Ze zullen niet toestaan dat de lijken worden begraven. Dat zal 3½ dag duren.

10. En de mensen zullen blij zijn dat de twee mannen dood zijn. Ze zullen het vieren door elkaar geschenken te sturen. Want deze twee profeten hadden de mensen op de aarde veel pijn gedaan."

11. Maar ik zag dat na die 3½ dag de levensgeest van God weer in de lijken kwam. Daardoor stonden ze weer op. Iedereen die het zag, werd heel erg bang.

12. Toen hoorden ze een luide stem uit de hemel zeggen: "Kom naar boven!" En hun vijanden zagen hoe de twee mannen op een wolk naar de hemel opstegen.

13. Op dat moment kwam er een zware aardbeving en een tiende deel van de stad stortte in. Er werden 7000 mensen door gedood. De mensen die de aardbeving overleefden, waren heel erg bang en hadden ontzag voor de God van de hemel.

14. De tweede ramp is nu geweest. De derde ramp zal heel gauw komen.

15. De zevende engel blies op zijn trompet. En stemmen in de hemel riepen luid: "Vanaf nu is het koningschap van de wereld van de Heer en zijn Gezalfde! Hij zal voor eeuwig Koning zijn!"

16. En de 24 gemeenteleiders die vóór God op hun troon zaten, lieten zich in aanbidding voor God op de grond vallen.

17. Ze zeiden: "We danken U, Almachtige Heer God, die is en die was en die komt, dat U de macht heeft genomen en Koning bent geworden.

18. De volken wilden niets van U weten. Maar nu is de tijd gekomen dat U hen zal straffen. Nu zult U gaan rechtspreken over de doden. Nu is de tijd gekomen dat U uw dienaren zal belonen: uw profeten, de gelovigen en alle mensen van hoog tot laag die ontzag voor U hebben. En nu is de tijd gekomen dat de mensen die de aarde vernietigen, zelf vernietigd zullen worden."

19. Gods tempel in de hemel ging open, zodat de kist van het verbond te zien was. Het begon te bliksemen, te rommelen en te donderen. En er was een aardbeving en een zware hagelbui.

Lees verder hoofdstuk Openbaring 11