Oude Testament

Nieuwe Testament

Matteüs 9:19-26 BasisBijbel (BB)

19. Jezus stond op en ging met hem mee, samen met zijn leerlingen.

20. Er was daar ook een vrouw die al twaalf jaar bloed verloor. Ze kwam van achteren naar Jezus toe. Ze raakte de onderrand van zijn mantel aan.

21. Want ze zei bij zichzelf: "Ik hoef alleen maar zijn kleren aan te raken om genezen te worden."

22. Maar Jezus draaide Zich om, zag haar en zei: "Houd moed, mijn dochter, je geloof heeft je gered." Vanaf dat moment was de vrouw weer gezond.

23. Jezus kwam bij het huis van de leider van de synagoge. Hij zag de fluitspelers [ die treurmuziek speelden ] en alle mensen die gekomen waren en luid huilden.

24. Hij zei tegen hen: "Ga weg, want het meisje is niet dood. Ze slaapt."

25. Ze lachten Hem uit. Maar Hij stuurde hen allemaal naar buiten. Toen ging Hij naar binnen. Hij pakte de hand van het meisje en het meisje stond op.

26. Al gauw werd er in de wijde omgeving gepraat over wat er gebeurd was.

Lees verder hoofdstuk Matteüs 9