Oude Testament

Nieuwe Testament

Matteüs 4:8-16 BasisBijbel (BB)

8. Daarna nam de duivel Jezus mee naar een hoge berg. Vanaf die berg liet hij Jezus alle koninkrijken van de wereld zien, met al hun macht en rijkdom.

9. En hij zei tegen Jezus: "Dat geef ik allemaal aan U, als U voor mij neerknielt en mij aanbidt!"

10. Toen zei Jezus: "Ga weg, duivel! Er staat toch ook in de Boeken: 'Aanbid je Heer God en dien alleen Hém.' "

11. Toen liet de duivel Hem met rust. En er kwamen engelen om Hem te dienen.

12. Toen Jezus hoorde dat Johannes gevangen was genomen , ging Hij terug naar Galilea.

13. Hij vertrok uit Nazaret en ging in Kapernaüm wonen. Kapernaüm ligt aan het meer, in het gebied van de stammen van Zebulon en Naftali.

14. Zo zou gebeuren wat de profeet Jesaja vroeger al had gezegd:

15. 'Land van Zebulon en land van Naftali, aan het meer, aan de andere kant van de Jordaan, in het Galilea van de volken , luister!

16. Het volk dat in het donker leeft, heeft een groot licht gezien. Er is een licht gaan schijnen voor de mensen die vlak voor de poorten van de dood leven.'

Lees verder hoofdstuk Matteüs 4