Oude Testament

Nieuwe Testament

Matteüs 26:14-20 BasisBijbel (BB)

14. Toen ging één van de twaalf leerlingen, Judas Iskariot, naar de leiders van de priesters.

15. Hij vroeg: "Wat willen jullie mij betalen? Dan zal ik ervoor zorgen dat jullie Jezus gevangen kunnen nemen." Ze gaven hem 30 zilverstukken.

16. Vanaf dat moment probeerde Judas een moment te vinden om Jezus aan hen uit te leveren.

17. Op de eerste dag van het Feest van de Ongegiste Broden kwamen de leerlingen Jezus vragen: "Waar wilt U de paasmaaltijd eten? Dan gaan we alles klaarmaken."

18. Hij zei: "Ga naar de stad, naar die-en-die. Zeg tegen hem: 'De meester zegt: 'Het is mijn tijd. Ik wil met mijn leerlingen bij jou het Paasfeest vieren.' "

19. De leerlingen deden wat Jezus had gezegd en ze maakten het paaslam klaar.

20. Toen het avond was geworden, ging Hij met de twaalf leerlingen aan tafel.

Lees verder hoofdstuk Matteüs 26